© Karin Jonkers

Den Bosch (epiloog)

zaterdag 15 augustus 2020

ter gelegenheid van de Wereldtournee in Den Bosch voor het festival Afzender Boulevard

niet lang geleden
toen alles nog anders was
zou ik in Den Bosch
mijn nieuwe voorstelling tonen
reusachtige vormen die
aangestuurd door negen machinisten
dansen in de grote zaal theaterdoos
nu sta ik hier alleen
de tering naar de nering gezet
met een voorstelling niet groter dan een schoendoos
ons bestaan ontspint zich niet langer tegen een achtergrond van omstandigheden, “vandaag zijn het decor, de coulissen, het voortoneel, het hele gebouw het podium opgeklommen en betwisten zij ons de hoofdrol.”
maar tijdens de ontmoeting gisteren met de kinderen bij hun schuilplaats in de Cypresstraat, ontwaarde ik, in dat kleine uur waarin wij samensmolten, een nooduitgang.
heel even prikten wij een gat in “die werkelijkheid waaraan wij onderworpen lijken te zijn enkel en alleen omdat we denken dat ze in wezen onveranderlijk is.”
even, heel even ontsprongen wij de dans tussen pompen of verzuipen, magneet of vijl, biefstuk of havermoutse pap
stoel voetbal vosje
vosje voetbal stoel
vosje stoel vosje
voetbal vosje vosje
later een koppel op een bank
wat we delen is dat we voelen hoe de grond het onder ons aan het begeven is.
dan de woorden van J. Cortazar die al jaren door mijn hoofd denderen “wij moeten angstvallig en als iets kostbaars het vermogen koesteren om te leven zoals we dat voor de toekomst zouden wensen, met alles wat dit veronderstelt aan liefde, spel en vreugde.”
zo fiets ik verder de dag in
Hertog Hendriksingel, Vonk en Vlamlaantje, Prins Hendrikpark, Hofsteestraat, Graafseweg, Seringenstraat, Piet Slagerstraat, Magnoliahof, Lagelandstraat, Palmboomstraat, Burgemeester Loeffplein, Citadellaan, Stationsplein

deze hier maakt een buiging
naar waar niets is;
pakt het touw op,
rolt het touw op,
blaast de letters weg
en gaat zelf ook weg
(H. Faverey)