Onderweg
dinsdag 8 september 2020
Vandaag spoor ik van Kapellen naar Antwerpen naar Brussel naar Keulen naar Berlijn naar Sczeccin met vier volle zakken met daarin een twintigtal pancartes, mobielen en doosjes met touwtjes, goed voor een avond vol vertier.
Ik ben uitgenodigd in Potsdam op het ‘Kunst und Klima’ festival. Vrijdag speel ik er mijn voorstelling ‘Waldeinsamkeit’ (doorgaans vertaald als diepe verbondenheid die je voelt wanneer je alleen bent in een bos, staat het woord ook voor angst en ongeborgenheid in datzelfde donkere bos). De volgende dag neemt ik deel aan -jawel- een debat rond nieuwe strategieën in de kunst naar aanleiding van de ecologische catastrofe onder het motto “Let’s make art for the future” (aangenomen dat er nog toekomst is om kunst voor te maken).
Aangezien het Poolse Sczeccin op nog geen 100 kilometer van Potsdam verwijderd ligt, vertrek ik een dag eerder om in het Kana theater aldaar (een plek waar ik al jaren te gast ben) aan een schare jonge theatermakers een greep uit het werk te tonen dat ik maak voor mijn ‘Wereldtournee in Antwerpen’.
Terwijl mijn nieuwe grote zaalvoorstelling ‘De tijger eet de zebra en de vogel vliegt verschrikt weg’ meteen na de première noodgedwongen op stal werd gezet, bewijzen de omstandigheden dat klein en wendbaar werk niet de norm hoeft te zijn maar alvast een dankbare manier is om alsnog te blijven spelen in deze nieuwe tijden (waarin de Facebook pagina van Extinction Rebellion wordt verwijderd omdat ze zou aanzetten tot haat, terwijl in Californië de hoogste temperatuur ooit werd gemeten, en in Wit-Rusland oppositieleden op geheimzinnige manier verdwijnen of simpelweg vergiftigd worden).