Benjamin Verdonck (1972) studeert in 1992 af aan de toneelafdeling van het Antwerpse Conservatorium. Hij werkt als acteur bij De Tijd (Lucas Vandervost), Het Zuidelijk Toneel (Ivo van Hove), Toneelgroep Hollandia (Johan Simons/Paul Koek) en HETPALEIS (Arne Sierens). Later werkt hij mee aan voorstellingen van Dood Paard, De Roovers, Walpurgis, Dito’Dito en Lampe. Daarnaast werkt Verdonck ook aan eigen projecten. Hij maakt ‘muziektoneel’ met muziekmakerij Think of One en Valentine Kempynck. Zij creëren o.a. de voorstellingen Wat ik graag zou zijn als ik niet was wat ik ben hfst. 1, 2 en 2b+ (1992-1995) naar Julio Cortázar en Hydra van Heiner Müller (1998). Voor LOD maken zij in 2000 W/ik denk vaak aan de hoeveelheid rundvlees die nodig zou zijn om bouillon te maken van het meer van Genève. Bij De Roovers schrijft en speelt Benjamin Verdonck in 2002 een kindervoorstelling gebaseerd op het werk van Ovidius. Metamorphosen wordt geselecteerd voor het Theaterfestival 2003. In 2004 maakt hij voor de KVS samen met Willy Thomas 313 / Misschien wisten zij alles, naar het werk van Toon Tellegen. Deze voorstelling wordt ook getoond in Kinshasa in augustus 2006 en wordt sindsdien regelmatig hernomen.
In maart 2002 richt Verdonck de POPsingers’ breasts were not real vzw op. Van daaruit voert hij een onderzoek naar de kracht en functies van theatraliteit in de openbare ruimte; dat onderzoek omvat ‘acties’ als Bara/ke 2000, een theatervoorstelling die op het Brusselse Baraplein en op het Sint-Jansplein in Antwerpen speelt. Op beide locaties leeft Verdonck twee weken lang in een hut op een zeven meter hoge paal, van waaruit hij voortdurend gesprekken aanknoopt met voorbijgangers.
In mei 2004 verblijft hij opnieuw een week in de lucht, ditmaal in een vogelnest op tweeëndertig meter hoogte tegen het administratief centrum van de stad Brussel. Deze actie, die hij in 2005 op het Fierce Festival in Birmingham en in 2008 in Rotterdam herneemt, krijgt de titel hirondelle/dooi vogeltje/the great swallow.
Een onderzoek naar het politieke draagvlak van theater resulteert in Shopping = Fun (een aantal kleinschalige acties op de Antwerpse Meir i.s.m. Dennis Tyfus, waarmee Verdonck zijn ongemak ten opzichte van het geconditioneerd koopgedrag communiceert) en I like America and America likes me (2003, naar een gelijknamige actie van Joseph Beuys), waarin hij een alternatieve positie zoekt binnen het sterk gepolariseerde debat over de dan nakende interventie in Irak. Later dat jaar volgt de creatie van WEWILLIVESTORM, een toneelvoorstelling zonder woorden die o.a. te zien is in het Nieuwpoorttheater (nu CAMPO), Toneelhuis en de KVS, de drie huizen die zich in 2006 engageren om het werk van Benjamin Verdonck gezamenlijk te ondersteunen. WEWILLIVESTORM speelt ook de jaren daarop flinke reeksen in binnen- en buitenland (waaronder Festival van Avignon 2008).
In het seizoen 2006-2007 gaat Benjamin Verdonck ook in op de uitnodiging van Guy Cassiers om samen met alle Toneelhuisartiesten een locatieproject te maken in de Bourlaschouwburg, naar het boek Een geschiedenis van de wereld in 10 ½ hoofdstuk van Julian Barnes. In 2007 maakt hij samen met Fumiyo Ikeda en Alain Platel de voorstelling Nine Finger (KVS, Rosas en De Munt), over de perversiteit van de oorlog, gezien door de ogen van een kindsoldaat. “Het is een aangrijpende vertolking van de vertwijfeling die je bij dit verhaal om het hart slaat, subliem en verschrikkelijk tegelijk”, aldus journalist Pieter T’Jonck in De Morgen (24 januari 2007).
Verdoncks beeldend werk, waaronder maquettes voor de Toneelhuisproductie BOOT, maakt begin 2007 deel uit van de tentoonstelling The Projection Project in het MuHKA, die later zal doorreizen naar Budapest. In datzelfde seizoen 2007-2008 werkt hij opnieuw samen met Willy Thomas in Global Anatomy (KVS), door journalist Geert Sels omschreven als “een levende cartoon in Cobrastijl”. “Het is een karikatuur zonder woorden, gevat in een stijl van nonsensicale slapstick. De kracht van Global Anatomy is dat de voorstelling een toestand van onbeslommerdheid aanboort; naakt zijn en alles opnieuw van waarde voorzien. Een artistieke repliek op het verlangen om alles te herdoen.” (De Standaard, 3 december 2007).
In het voorjaar van 2008 nodigt Benjamin Verdonck het publiek uit in zijn atelier in Antwerpen voor een serie kleinschalige toonmomenten van zijn ‘tafeltoneelvoorstelling’, my house turned into a black swan and i flew away with it. Tussen al deze voorstellingen door werkt Benjamin Verdonck aan een tentoonstelling van zijn beeldend werk in het kunstenFESTIVALdesArts en een in de Antwerpse tentoonstellingsruimte LLS 387, waar hij ook zijn boek WERK/SOME WORK voorstelt.
In het begin van het seizoen 2008-2009 speelt Benjamin Verdonck Repertoire in de Bourla, een herneming van zijn vijf meest recente theatervoorstellingen en een aantal voorstellingen van verwante makers. 2009 staat volledig in het teken van KALENDER, zijn actiecyclus in de openbare ruimte. Daarmee maakt hij de publieke ruimte een jaar lang het centrum van zijn artistieke praktijk. In de loop van 365 dagen vinden meer dan honderdvijftig acties plaats in de stad Antwerpen. Ze verhouden zich tot traditionele feestdagen, de voortgang der seizoenen, geopolitieke verschuivingen en het leven zoals het is. In februari 2010 ontvangt Benjamin Verdonck de Vlaamse Cultuurprijs voor Podiumkunsten 2009.
In het voorjaar 2010 krijgt KALENDER een autonome neerslag in de white cube van het museum (KALENDER/WIT) en in de zwarte doos van de theaterzaal (KALENDER/ZWART). Deze laatste voorstelling blijft zijn weg vinden naar themafestivals in binnen- en buitenland (onder de titel CALENDAR – 365 DAYS INTERVENTIONS IN ANTWERP). Het Theaterfestival inviteert Benjamin Verdonck in datzelfde jaar 2010 om de The State of the Union te doen. In het voorjaar van 2011 brengt Benjamin Verdonck het Handvest voor een actieve medewerking van de podiumkunsten aan een transitie naar rechtvaardige duurzaamheid uit.
Na een aantal voorstudies creëert hij in het najaar 2011 DISISIT, “een van begin tot einde fascinerende theatervoorstelling die (…) spelenderwijs werd uitgevonden. Een teveel om op te noemen. Een aanrader.” (Stijn Dierckx in De Morgen). De voorstelling wordt geselecteerd voor het Nederlandse Theaterfestival 2012.
In januari 2012 neemt Benjamin Verdonck ook deel aan Middenin de nacht, een voorstelling gecreëerd door het hele Toneelhuismakers- en spelersensemble naar het gelijknamige boek van Toon Tellegen. Op het Scheld’apenfestival speelt Benjamin Verdonck in september 2012 samen met muzikant Han Stubbe een eerste versie van Let me count the times, naar een kortverhaal van Martin Amis. Het is diezelfde organisatie Scheld’apen die van 1 september 2012 tot 7 februari 2013 de uitdaging aangaat om Verdoncks Handvest toe te passen op alle aspecten van zijn werking. De uitnodiging van muzikant-theatermaker Paul Koek aan Benjamin Verdonck om samen aan de slag te gaan met materiaal van DISISIT en van Dick Raaijmakers leidt tot het vrolijke Replica, een kleinschalige muziektheatervoorstelling die enthousiast onthaald wordt (26 oktober 2012). “De combinatie van Verdoncks absurdistische theatertaal met de fantastische klankwereld van Koek zorgt voor momenten van verbluffende schoonheid. Replica, helaas eenmalig, is muziektheater van het hoogste niveau.” – Joep Stapel in NRC Handelsblad 29 oktober 2012.
In november 2012 maakt Benjamin Verdonck samen met collega-Toneelhuismaker Abke Haring Song#2, “een pareltje van belevingstheater, van ritueel ervaringstheater. Om te koesteren.” (Tuur Devens in Theaterkrant.nl). Met zijn deelname in mei 2013 aan het Brusselse stadsproject Tok Toc Knock van KVS sluit Verdonck dat seizoen af: op een vergeten lapje grond – een geheime ontmoetingsplek? – bouwt hij een ‘echte’ ontmoetingsplek, Bar friche die hij elke avond weer letterlijk uit de grond laat verrijzen. Op 6 september 2013 geeft hij een lezing voor Out of the box, een conferentie opgezet door het Vlaams Theater Instituut en Theaterfestival over de rol van de kunst in de publieke ruimte.
In mei 2014 gaat NOTALLWHOWANDERARELOST, een tafeltoneel, in première op het kunstenFESTIVALdesArts 2014. Deze productie wordt geselecteerd voor het Theaterfestival 2014. Uit het juryrapport: “Op de hectische chaos en de te spectaculaire snelheid van onze maatschappij is deze voorstelling een glashelder antwoord dat blaakt van rust en verstilling. (…) notallwhowanderarelost is als een verkwikkende natuurwandeling (te midden véél zingende vogeltjes) vol subtiele humor en gestoei met de conventies van het theater. Na die wandeling besef je plots de kracht van de traagheid en de stilte. Dankzij de magie van het theater.” Kort daarna ontstaat one more thing, het kleinere broertje van notallwhowanderarelost, een mobiele miniatuurvoorstelling voor speciale gelegenheden.
Al die tijd blijft Benjamin Verdonck acties opzetten in de openbare ruimte en intussen vindt zijn beeldend werk meer en meer zijn weg naar tentoonstellingen. Soms gaan acties en tentoonstellingen hand in hand. Hij presenteert in augustus 2011 het werk ½ in het festival Über Lebenskunst, een festival in Berlijn dat de vraag naar ‘het goede leven’ stelt in het licht van de globale ecologische crisis. ½ spitst zich toe op de fysieke conditie van de mens – stel dat de mens als verschijning maar half zo groot zou zijn – als speels-imaginaire oplossing van de duurzaamheidsproblematiek. Voor CC Kortrijk maakt Verdonck de tentoonstelling Sometimes I sits and thinks and sometimes I just sits (december 2011). In het voorjaar van 2012 wordt Benjamin Verdonck uitgenodigd voor een parcourstentoonstelling Track in Gent, een initiatief van S.M.A.K.. Hij bouwt er in een grote, dichtbebladerde boom van het Vogelenzangpark een replica Vogelenzangpark 17bis van een bungalow uit dat park, een typisch stukje architectuur uit de jaren vijftig. In een nabijgelegen school stelt hij ook ABC-bord tentoon, een stukje uit zijn ‘objectenalfabet’ dat we ook terugvinden in DISISIT en latere tentoonstellingen.
In juni 2012 opent in Z33 in Hasselt de zomertentoonstelling Mind the system, find the gap waar kunstenaars op zoek gaan naar ‘gaten in het systeem’. Benjamin Verdonck stelt hiervoor in twee aanpalende kamertjes van het Hasseltse Begijnhof een nieuw geheel samen uit elementen van het eerder ontstane KALENDER/WIT. Kort daarop volgt een nieuwe actie in de openbare ruimte, BOOT, gebouwd op een flatgebouw in het Poolse Szczecin in juli 2012; het is een tien dagen durend project dat tegelijk installatie-in-wording en performance is.
Eind januari 2013 opent in de Tim Van Laere Gallery in Antwerpen oowendeseentsjkommaartsjinigin met nieuw beeldend werk van Verdonck; de vernissage op 31 januari 2013 wordt vrolijk aangezet door een performance van Verdonck zelf. Op 16 mei 2013 opent Benjamin Verdonck met een live performance de tentoonstelling Deel 1: de inleiding in CC Belgica in Dendermonde.
Begin september 2013 neemt Benjamin deel aan Open Studio’s 2013, een initiatief van NICC en Studio Start. Op 13 en 14 oktober is Verdonck samen met Vaast Colson te zien in het project Rond de put, een kunstproject rond de Ekerse putten, een bizarre restruimte bovenop een verdwenen polderdorp. Op 14 september 2013 opent in Groningen Public Artspace haar deuren met All is giving, een tentoonstelling met werk van 45 kunstenaars waaronder Benjamin Verdonck. Kort daarop trekt Verdonck naar het HISK in Gent voor een intensieve week van presentaties, atelierbezoeken en feedbacksessies aan de HISK-studenten. Ook in de Summer School van het Gentse Campo & Rits gaat hij samen met ‘t Barre Land en de studenten aan de slag (30 september tem 4 oktober 2013).
Begin oktober 2013 is Benjamin Verdonck ook te gast met een voorstudie van notallwhowanderarelost op het Antwerpse Welvaert Festival Werister opgezet door het duurzaam-kunstenaarscollectief Welvaert Welton. Kort daarop maakt Benjamin Verdonck – samen met Dirk Zoete en Frank & Robbert – voor het Gentse CROXHAPOX een ad hoc tentoonstelling in de reeks Brainbox opgezet door dit experimenteel kunstencentrum (2 november 2013). Vanaf 9 april 2014 is de radio-uitzending die Benjamin Verdonck maakte voor het Nederlandse initiatief Radio Voicemail een week lang te beluisteren. Op 14 april 2014 wordt KALENDER09 officieel voorgesteld, de boekuitgave die in tekst en beeld verslag uitbrengt van 365 dagen acties in Antwerpen (cf supra). Op 30 april 2014 wordt Benjamin Verdonck gehuldigd met de cityLaboprijs van Antwerpen Averechts. Ex-burgemeester Patrick Janssens, de laureaat van 2013, reikt de prijs uit en spreekt ook een laudatio uit.
Verdonck werkt inmiddels mee aan diverse projecten: hij schrijft op vraag van Lizzy Timmers (Veenfabriek) en Marleen Scholten (Wunderbaum) een tekst voor The House. Op 5 oktober 2014 wordt Ik-Jij-Wij: Tentoonstelling & Forum over identiteit en interactie met de ander gelanceerd in De Grote Post in Oostende, met werk van o.m. Benjamin Verdonck. In november 2014 is werk van Benjamin Verdonck te zien in OMU, Openbaar museum, een kunstenaarsproject in lege sociale woonblok in Antwerpen. Verdonck verschijnt met regelmaat op diverse acties en manifestaties van de burgerbeweging Hart boven Hard.
In april 2015 gaat de theatervoorstelling WE DON’T SPEAK TO BE UNDERSTOOD in première in Gent, een duet dat Benjamin Verdonck maakt met Pieter Ampe. “In WE DON’T SPEAK TO BE UNDERSTOOD zetten Verdonck en Ampe hun guitigste beentje voor om op de tonen van Vivaldi’s De vier seizoenen een lichtvoetige ode aan de camaraderie te spelen, te dansen, te vallen… (…) In deze zwaarmoedige tijden kiest dit duo voor absurde lichtvoetigheid. Het voelt als een slok fris bronwater op een zwoele, hete zomerdag.” (Els Van Steenberghe in Knack Focus, 29 april 2015) De voorstelling maakt een intensieve tournee in binnen- en buitenland tot diep in het seizoen 2016-2017.
Onder de titel EVEN I MUST UNDERSTAND IT bundelt Benjamin Verdonck een aantal acties in de publieke ruimte: “Ik wil met mijn werk gaten perforeren in ‘de werkelijkheid’, waaraan we onderworpen lijken omdat we denken dat ze in wezen onveranderlijk is. Ik vertrek vanuit beelden of situaties die ik herbouw tot kunstwerk, tot tijdelijk monument of wrange grap. Ik zie mijn werk als een instrument, een stuk gereedschap om iets te bewerkstelligen, in dit geval een sociale sculptuur: het feit dat mensen samenkomen, spreken, er iets van vinden, niet akkoord gaan, meningen hebben, de vraag stellen: wat zullen we doen?”
De finale (2015), nest (eerder drek en veren, 2015) en de ruil (2015) zijn installaties in deze reeks. 1000 bomen en granaten (2015), Terug naar huis (2015-2016), the secret experimental observatory for global matters (met Maria Lucia Cruz Correia, 2016) en Friedmans potlood (2016) zijn acties van deze cyclus. Gille leert lezen (2016) is het tweede tafeltoneel in een reeks die begon met one more thing. Een reizende, korte miniatuurvoorstelling voor een klein publiek die op elke plek op elk moment kan neerstrijken – in huiskamers, parochiezaaltjes, festivalcafés, donkere bossen. De kleinschaligheid is bewust: een aandachtig gebaar vanuit het besef van de ecologische catastrofe, een bezorgdheid die al langer aanwezig is in Verdoncks werk. Ook Nocturama, de nachtwinkelinstallatie die hij maakte met Thomas Verstraeten (FC Bergman) behoort tot deze cyclus (2016).
De boekuitgave even i must understand it (2017) brengt alle events uit dit project samen.
2017 kent ook de première van Wat ik graag zou zijn als ik niet was wat ik ben, een theaterproductie die Benjamin Verdonck maakt samen met Willy Thomas, naar verhalen van César Bruto. Verdonck en Thomas zien de licht absurde verhalen als een opeenstapeling van pogingen om richting te geven aan een bestaan in een steeds complexere, absurde wereld. Vier sterren geeft Theaterkant.nl op 13 januari 2017: “Beeld en woord vullen elkaar aan, organisch, harmonieus, ongerijmd, in een spel vol kinderlijke verwondering en melancholie.”
Liedje voor Gigi (2018) is een nieuwe etappe in Verdoncks zoektocht naar een mini-theater waarin hij tegelijk de blik van de toeschouwer zichtbaar manipuleert en een wondere vertelling tot stand laat komen over de tijd die verglijdt, de wereld rondom ons, en wat we daarin vermogen. De kritieken zijn lovend: “Tussendoor bedient Verdonck panelen en schuifjes van een minitheatertje, waarin steeds nieuwe perspectieven en doorkijkjes ontstaan. Niets is wat het lijkt in deze kijk- annex toverdoos: een oneindige balzaal verdwijnt in een zwart gat, een rood vlak krijgt de illusie van de oerknal. Het is een kabbelend komen en gaan van kleuren, vormen en licht, waarin je wordt opgezogen als in een schilderij van Mark Rothko. Je geeft je over aan Verdoncks onthaastende magie.” – Alexander Hiskemuller in Trouw **** , 25 januari 2018
In de zomer van 2018 gaat op Boulevard Festival de nieuwste mobiele installatie Waldeinsamkeit in première, een barokke miniatuur van licht en donker met een bezwerende soundtrack. “Een miniatuur ‘Wunderkammer’ van hout, met panelen, schuifjes en touwtjes. Met die objecten toont Verdonck een reeks basiscoördinaten van het theater: op en af, licht en donker, groot en klein, dichtbij en veraf, kleur en kleurloos, court en jardin. Zo wordt meditatieve toestand opgewekt die je meezuigt in een bewegend abstract kunstwerk, geladen met betekenis en associaties.”– Sara van der Kooi in Trouw **** , 6 augustus 2018
Wat al het werk van Benjamin Verdonck gemeen heeft, is dat het ontstaat in zijn atelier. Dat atelier bevindt zich vanaf 2016 in zijn woonkamer, wanneer Benjamin Verdonck met zijn gezin van Antwerpen naar Kapellen verhuist. Het inpakken en verplaatsen van zijn verzamelingen en archief resoneert in een reeks werken waarin Verdoncks veelzeggende aandacht en zorgzaamheid voor ‘de dingen’ transformeert in nieuwe vormen.
Met AREN (januari 2019) trekt de theatermaker de lijn van zijn atelier naar de scène ultiem door vanuit de vraag: “Kan ik de vele ideeën die blijven liggen bij het maken van een werk naast elkaar leggen zodat er alsnog iets mee gebeurt? Iets dat ik niet zelf had kunnen bedenken?”. Een “ode aan de schoonheid van de kleine en grote dingen om ons heen, aan visionaire ideeën”.
De video installatie van het eerste deel van de voorstelling AREN Bourlaschouwburg Antwerpen, 11 januari 2019 is kort daarna te zien in de groepstentoonstelling En Scène gecureerd door de Kunstcademie Tielt. In mei is Benjamin Verdonck te gast op de Happening 20 years of S.M.A.K. met de performance/installatie Trying to get the birds involved as well.
Er volgen datzelfde jaar nog meer producties, zowel tentoonstellingen als voorstellingen als publicaties waarin Benjamin Verdonck verschillende strategieën test voor het activeren van ‘de dingen’, zo bijvoorbeeld Cadeaux d’anniversaire, een verzameling verjaardagscadeaus die Benjamin bewaarde van elke verjaardag sinds 1997 die voor het eerst getoond werd op uitnodiging van Festival C’est comme ça! – L’Echangeur in Château-Thierry bij Parijs in september 2019 en een maand later ook te zien is in V36 in Antwerpen als ‘een nieuwe voorstelling gecomponeerd uit een toevallige collectie’. als ‘een nieuwe voorstelling gecomponeerd uit een toevallige collectie’.
De selectie van AREN voor het Theaterfestival 2019, geeft ook aanleiding tot twee nieuwe publicaties: de tekstuitgave van AREN en de kunstenaarseditie kapellen. Kapellen toont een selectie uit een reeks werkjes die een inkijk geven in wat zich dagelijks afspeelt op en rond Verdonck’s werktafel sinds zijn verhuis naar Kapellen nu de woonkamer zijn atelier is.
In de lijn van Drek en Veren (Het Bos Antwerpen, Rotterdamse Schouwburg, Soestdijk) en Nest (Antwerpen, Gent) waar voorbijgangers verrast werden door de sporen van een ongeziene vogelsoort is in de tentoonstelling Nature Morte/Nature Vivante (CID Grand-Hornu november 2019) een nieuwsoortig Nest te zien, deze keer binnen, met licht exotische sporen.
Voor het Mechelse stadsproject De Grond der Dingen verbeeldt Benjamin Verdonck in 150 collages honderdvijftig voorstellen van burgers om van Mechelen een betere stad te maken en afficheert de tachtig beelden als katalysator voor onderhandeling in het daartoe gebouwde The Neverending Park in het Museum Van Busleyden.
Wanneer Verdonck een uitnodiging krijgt van TEART festival in Minsk om Song for Gigi te brengen legt dit de spanning bloot tussen het verlangen om te touren en het voornemen om niet meer te vliegen. Verdonck zegt ja en is bereid om de 2000 km afstand te rijden met zijn set en crew in één voertuig op voorwaarde dat onderweg drie extra voorstellingsplekken worden gevonden. Wat volgt is een praktische onderzoek dat begint met de uitnodiging aan alle theaters en programmeurs onderweg tussen Antwerpen en Minsk om mee te werken aan een case-study die de wenselijkheid van het veralgemeende idee van internationalisering en artiestenmobiliteit in vraag stelt. From Antwerp to Antwerp via Minsk is daar de neerslag van.
In februari 2020 vindt de première plaats van de tijger eet de zebra en de vogel vliegt verschrikt weg, “een kijkkast van heel de wereld, een ongewoon planetarium van plakband, touwtjes en karton”. Een nieuwe voorzet tot inventarisatie van de werkelijkheid in al haar complexiteit, van “een oneigentijds politiek maker” voor wie “het niet gaat om het proberen an sich maar de plicht om zich uit te spreken, zelfs wanneer we niet helemaal weten hoe”. Meteen na de première gaat alles op slot. “De acteur speelt niet langer de hoofdrol in het werk van Verdonck. Het decor dient niet louter om zijn handelingen te omkaderen, om hem van voetlicht te voorzien. Meer nog: het decor speelt een even belangrijke rol en wordt mee bepaald door de acteur. Dat brengt ons bij het hedendaagse begrip van het Antropoceen: de natuur staat niet onverschillig tegenover de mens, maar wordt (steeds meer) door deze laatste bepaald. Het imposante figurenballet stemt tot bescheidenheid. Waar we bij de kleine mobiele installaties nog steeds overschouwen, toch vooral mede-machinist blijven, benadrukt dit grootse planetarium onze nietigheid. Het toont de grenzen van de controle, het einde van het touw. Wij zijn passanten, slechts stipjes in die (al dan niet dreigende) duisternis. Wat als wij niet langer maker, manipulator, machinist zijn van de dingen? Wat als de dingen iets anders dan ons willen? Zo werd het al gauw duidelijk dat de dingen zich niet zo gemakkelijk laten dwingen in deze voorstelling. Hoe sturen de dingen ons?” — Edith Cassiers – Wat de dingen willen. Over het maken van de tijger eet de zebra en de vogel vliegt verschrikt weg en theater in tijden van klimaatcatastrofe (februari 2020)
Ondertussen in Kapellen zijn nieuwe doosjes en tafeltonelen in de maak ter voorbereiding van de geplande Wereldtournee in Antwerpen (Modern Love Walz, No more rainbows, Carroussel). Ook de Kapellen reeks groeit en diezelfde spanning tussen wat zich binnen en wat zich buiten in de wereld afspeelt ontstaan ook all’s well that ends well, no means no en veerkracht. Verder van huis doet Benjamin een ingreep die de titel eventualiteiten krijgt voor de opening van de nieuwe vleugel van Z33. Voor MAS ordent Benjamin Verdonck samen met Guy Rombouts de collecties van Jaap kruithof voor de expo Dingen/des choses/stuff.
Nog voor de start van seizoen 2020-2021 begint Benjamin Verdonck aan zijn geplande Wereldtournee in Antwerpen. Een jaar lang beweegt hij door de stad met kleinschalig en wendbaar werk dat op allerlei plekken en gelegenheden verschijnt, onaangekondigd, vanuit “het vermoeden dat de aaneenrijging van steden waarin ik mijn werk doorgaans toon, allemaal terug te vinden zijn in deze stad”. Het plan gaat in de zomer van 2020 in uitvoering tegen de achtergrond van een pandemie die de reis in onvermoede richtingen stuurt. Urgenter en aparter dan te voorzien was, wordt het project een wel heel bijzondere volgende stap in Verdoncks verkenning van vloeiende theatervormen die ontsnappen aan de spanning tussen maken en tonen, tussen lokaal en internationaal.
In een interview door Zwijgen is geen optie vertelt Benjamin over zijn kunst en hoe zijn handelen als kunstenaar zich verhoudt tot activisme, tot de wereld, tot de dingen die, voorheen als achtergrond, nu stilaan het voortoneel opeisen en de mens zijn hoofdrol betwist.
De geplande tussenstop van dit project in de Bourla (Wereldtournee/ Tussenstop) valt weg en in de plaats toont Verdonck in een gesloten Bourla zijn nieuwste installatie Regenboog in een museale opstelling. Terwijl het stil blijft in de theaters is Benjamin twee maal te horen op Radio Toneelhuis waarin hij aan de hand van platen luisteraars meeneemt op een muzikaal parcours (deel één en deel twee) doorheen zijn leven en zijn werk.
De beweging atelier-stad-theater-atelier die Verdonck met Wereldtournee wilt maken, vertaalt zich tijdens het vervolg van Wereldtournee in de première van een nieuwe mobiele kijkdoos Continuum. Wereldtournee zelf ontvouwt zich in elke volgende beweging als een aanhoudende oefening in veerkracht, lenigheid, aanpassingsvermogen. “Wat Verdonck vooral beoogt – of het nu op het Sint-Jansplein is of in de Bourlaschouwburg – is het openen van een verbeeldingsvolle ruimte waar de realiteit anders kan worden gedacht.” — Evelyne Coussens in Etcetera
De jury van Het Theaterfestival motiveert haar selectie van Wereldtournee voor de editie 2021 als volgt: “Mede omdat het om coronaproof werk gaat dat rond ontmoeting draait, kon Wereldtournee meteen op veel bijval rekenen. Maar Verdonck zou Verdonck niet zijn, mocht er niet veel méér op het spel staan. Wereldtournee is in eerste instantie een ontroerend voorstel van een maker die onafgebroken zoekt naar nieuwe mogelijke verhoudingen van kunst tot de wereld, en van de wereld tot de kunst.” — uit het juryverslag Het Theaterfestival 2021
Seizoen 2021-2022 betekent de terugkeer van de tijger eet de zebra en de vogel vliegt verschrikt weg. Deze choreografie van levensgrote figuren – driehoek, ruit, maan, … – komt na een lange gedwongen stilstand sinds de première twee jaar eerder voor het eerst terug in beweging. Een wederopstanding, uitdijend naar alle kanten, woester en wilder om zich heen draaiend dan voorheen. “Er zit een aandoenlijkheid in: een gigantische (menselijke) constructie wordt in een theater geduwd, terwijl onzichtbare mensen amechtig trachten dat planetarium te maken, te duwen, te besturen. Mensen die allen pogen een rol te spelen in de loop der dingen. Deze abstracte horlogerie eist een noeste arbeid, en vele handen om die fysieke inspanning te leveren. Het raakt op die manier aan engagement.” — Edith Cassiers – Wat de dingen willen. Over het maken van de tijger eet de zebra en de vogel vliegt verschrikt weg en theater in tijden van klimaatcatastrofe
Met 7 x 7 creëert Benjamin Verdonck samen met Thomas Verstraeten een beeldend project voor de stad met zeven verrassende installaties die elkaar op aflossen op zeven verschillende plekken in Antwerpen.
Met BENJAMINPLUSHETBOS gooit Verdonck al het touwtjes- en dingenwerk dat Benjamin Verdonck de voorbije jaren in de wereld heeft gezet in de strijd voor een vierdaagse marathon (van donderdag 19 tot zondag 22 mei) in en rond de bosmuren met gastmuzikanten en DJ’s die live nieuwe soundtracks brengen bij het arsenaal aan kijkdozen, tafeltonelen, verzamelingen en ander lekkers. Een reeks avonden en nachten waar dit veelzijdig werk alleen maar kan van dromen. Wat dit werk vermag in de combinatie met live muziek was ook al te zien in de release van de nieuwe plaat van ZWERM in deSingel.
Waar in de tijger eet de zebra en de vogel vliegt verschrikt weg de mens van het toneel verdwenen is, maakt Verdonck met Down the Rabbit Hole zijn comeback als performer-machinist op scène. Met Verdonck in volle overgave aan de touwen en geflankeerd door Mauro Pawlowski, brengt deze nieuwe wonderdoos free jazz in kleuren, vlakken en vormen. De meest vrolijke theatermobiel tot nog toe wordt de laatste Toneelhuispremière van Benjamin Verdonck als vaste maker van het huis. “Enerzijds lijkt Verdonck zich steeds verder van het theater te distantiëren: slechts vormen en vlakken verschijnen, in een stukje gestolen tijd. Anderzijds grijpt hij net terug naar eeuwenoude theatertradities: kijkdozen, tafeltonelen en Theater der Dinge, waar het podium bevolkt wordt door poppen, figuren en objecten. Hij breekt en speelt met theatercodes. Hij toont tastbaar theater dat overal en altijd opgesteld kan worden, en dat iedereen – zelfs een niet kunst kennend publiek – kan raken.”
Benjamin Verdonck sluit het seizoen 2021-2022 af met deelname aan Lonely Hearts Club Band, een collectief project dat alle Toneelhuismakers in juni 2022 samenbrengt op de Bourlascène.